Thuiskok Flammkuchen

Flammkuchen zijn de pizza’s van de Germaanse keukens, en heten zo omdat ze in de vlammen zijn gebakken, oftewel ‘gevlamd’. Het deeg is veel dunner en daardoor extra knapperig en een beetje geblakerd, wat goed combineert met de romige kaas, het zoute spek en de zoete ui. Ook is het niet zo’n zwaar gerecht.

Los de gist op in het lauwe water. Klop met een (tafel)mixer op stand 1 het gistmengsel en de olie geleidelijk door de bloem. Kneed het deeg rustig tot het glad en egaal is. Laat het twee uur rusten. Rol het deeg uit tot vier heel dunne schijven.

Roer in een kom voorzichtig de crème fraîche en kwark door elkaar. Meng met een spatel het ei en de bloem erdoor. Breng goed op smaak met nootmuskaat en peper. Breng een dunne en gelijkmatige laag van dit kwarkmengsel op het deeg aan en verdeel de in heel dunne ringen gesneden uien en het in smalle reepjes gesneden spek erover. Kies het boerenspek zorgvuldig uit en gebruik geen kant-en-klare industriële spekreepjes.

Bak de flammkuchen ongeveer een minuut in een op 280-300 graden voorverwarmde conventionele oven. Haal hem uit de oven zodra de rand wat zwartgeblakerd en knapperig is.